Barclay en Cindy
Schilderij: Centraal-Afrikaanse Republiek, 2007, De Hof van ATD Vierde Wereld in Bangui AR200901002 © C Jacqueline Page
In Centraal Afrika, evenals in vele andere landen, kan niet iedereen zich veroorloven op een aantrekkelijke plek te gaan wonen. Vooral de armen voelen zich gedwongen om een onderkomen te zoeken in een omgeving die onzeker is, waar overstromingen plaats vinden, die gevaarlijk of ernstig verontreinigd is.
Zo verging het ook Barclay en Cindy met hun twee kinderen. Ze moesten zich erin schikken om in een gevaarlijke buurt te wonen. Opstandige groeperingen en zogenaamde zelfverdedigingsgroeperingen beschoten elkaar daar sinds jaar en dag met grote regelmaat. Ze staken winkels in brand van mensen die niet wilden toegeven aan hun dwang om een heffing te betalen voor hun ‘bescherming’. Ze doden zonder enig medelijden en zetten christen- en moslimgemeenschappen tegen elkaar op. Tot op de dag van vandaag zijn de bewoners van die wijk op hun hoede en bang voor verdwaalde kogels.
Barclay was opgelucht toen hij die wijk eenmaal kon verlaten om zich te vestigen aan de oever van de Oubangui, de rivier die de hoofdstad doorkruist. Hij kon er een kamer huren om zijn gezin in veiligheid te brengen en de huur was betaalbaar. Het was als een nieuw begin. Maar de adempauze bleek van korte duur. Tijdens het regenseizoen veroorzaakte de rivier een overstroming van de wijk. Het water borrelde zelfs via het grondwater rechtstreeks uit de grond.
De overstromingen zijn voorzienbaar, als je weet dat de Oubangui gewoonlijk eens in de tien jaar buiten zijn oevers treedt. Maar de omvang van de ramp gaf deze keer een
duidelijk signaal af dat het klimaat ontregeld is. Bepaalde beter geïnformeerde milieus verklaren het verschijnsel als een opeenstapeling van verschillende oorzaken die neerkomen op een gewetenloze aantasting van de natuur.
Hout wordt zonder schromen gekapt, vaak op basis van twijfelachtige vergunningen. Zo wordt het natuurlijk evenwicht kwetsbaar. Iedere dag verlaten eeuwenoude bomen op enorme vrachtwagens, in onafzienbare konvooien, het land. Deze ruwe grondstoffen worden verwerkt in het buitenland en verrijken economieën elders ten koste van de economie van het eigen land. Andere bomen worden verbrand of gekapt voor de productie van houtskool en de voorziening van brandhout. Het oerwoud wordt opgeofferd en verdwijnt stukje bij beetje. Ook rivieren en andere waterstromen worden toegetakeld. Het wild wordt bedreigd en migreert om elders onderkomen te zoeken. Rivieren en waterstromen worden ook niet ontzien; ze worden buiten hun oevers geleid om goud- en diamantmijnen van water te voorzien; daar wordt het water verontreinigd met chemische stoffen, nodig voor de ontginning van goud en diamant. Vissen, insecten en andere kleine dieren komen om zonder dat iemand zich erom bekommert.
Bevolkingsgroepen, die dankzij hun zware lichamelijke arbeid en een redelijke exploitatie, konden leven van de vruchtbaarheid van de aarde, verarmen. Degenen die het kunnen, vertrekken naar dorpen en steden om te overleven. Het merendeel van hen komt in een nog diepere armoede terecht. Bevolkingsgroepen aangetrokken door de mijnbouw worden afschuwelijk uitgebuit. Ze zijn overgeleverd aan ziektes en geweld. Ze beelden zich een betere toekomst in vanwege het geluk van enkele kanshebbers. De natuurlijke rijkdommen brengen het land ongeluk, want het trekt machtige lieden aan die geen scrupules kennen. Het gevolg is plundering en corruptie.
Ontregeling van het klimaat, hebzucht van mensen, het is geen sprookje. Barclay en zijn gezin krijgen te maken met de gevolgen ervan die de planeet aantasten en verdeeldheid zaaien onder de mensheid.
Samen met andere oeverbewoners heeft Barclay zijn best gedaan om de stijging van het water tegen te houden. Hij hoopte daarmee zijn gezin te beschermen tegen de gevaren van malaria en tyfus die veroorzaakt worden door stilstaand water, verontreinigd door overlopende latrines en wc-putten. Maar hij heeft er, vrij snel, in moeten berusten om opnieuw te verhuizen. Het water is met enorme kracht zijn huis binnen gedrongen. Barclay en Cindy hebben net hun kinderen, enkele meubels en het matras in veiligheid kunnen brengen. Ze hebben in onmacht moeten toezien hoe een deel van hun inboedel in het water verdween. Het kioskje waar Cindy zeep en voedingswaren verkocht, dreef met zijn inhoud in een soort meer dat zich gevormd had. De opbrengst van dit winkeltje diende om de eindjes aan elkaar te knopen wanneer het werk van Barclay niet genoeg opleverde.
Barclay, 27 jaar, is een onvermoeibare zwoeger. Met zijn karretje, trekt hij alle dagen door de wijken van Bangui om vuilnis op te halen. Mensen geven hem enkele stuivers voor het transport naar de vuilnisbelt. Zijn werk is zijn kapitaal. Het zorgt ervoor dat huisvuil niet voor de huisdeuren verbrand wordt. Met name plastiek verspreidt giftige gassen die verantwoordelijk zijn voor ademhalingsziekten bij de kinderen. Barclay probeert om mensen van die gevaren bewust te maken. Iedereen kan er zijn voordeel mee doen. En hij is aan zijn werk gehecht. Het stelt hem in staat om, op bescheiden, maar waardige wijze, zijn gezin te onderhouden. Dankzij zijn werk, konden zijn kinderen naar school en had hij voor Cindy een kioskje kunnen neerzetten zodat zijn familie autonomer was.
Waar moet hij nu heen, met zo weinig geld op zak? De wijk die ze het beste kennen, is die waaruit ze vertrokken vanwege de gewelddadigheden. Zij keren er terug. Ze houden zichzelf voor dat het voorlopig is. Ze hebben er hun kinderen niet kunnen inschrijven voor de school. Ze hadden geen middelen meer om opnieuw een winkeltje te beginnen. Ze ondervinden nog meer moeilijkheden dan voorheen en Cindy ervaart het als pijnlijk dat zij niet meer aan het huishouden kan bijdragen.
Barclay is weer terug bij af, maar hij vindt dat hij geluk heeft gehad.
Andere families die getroffen werden, leven nog onder tentzeil in tijdelijke kampementen. Ik kom er bovenop zonder hulp te verwachten die misschien wel nooit zal komen. Eens zullen mijn kinderen weer naar school gaan, en zal ik met mijn gezin op een veilige plek wonen. Ik laat het er niet bij zitten.
Enkele niet-gouvernementele organisaties zijn gekomen om eerste hulp te verlenen. Een internationale radiozender heeft een geldinzameling gehouden. Maar de familie van Barclay heeft geen aanspraak kunnen maken op die hulp. Ze was niet meer ter plaatse en kwam niet op de lijst van rampslachtoffers voor. Ze zal ook niet meegeteld worden in de statistieken, zoals trouwens honderden andere families.
Barclay zet zijn activiteiten voort en draagt naar vermogen bij aan de sanering van zijn omgeving. Terwijl anderen zijn werk alleen als een activiteit zonder waarde beschouwen – ophalen van vuilnis en recycling -, ziet hij de gunstige effecten ervan voor de gemeenschap en hij is er trots op.
Zijn gezin heeft niet afgewacht. Het heeft geleden, maar nooit het hoofd in de schoot gelegd. Het rekende op zijn eigen krachten en paste zijn eigen overlevingsstrategieën toe. Een vraag blijft echter in Barclay’s hoofd ronddraaien: Hoe kan ik mijn kinderen inschrijven voor de school, terwijl we al voor het hele jaar betaald hebben bij de andere school aan de oever van de rivier? Hij heeft zich daarvoor al zoveel opofferingen moeten getroosten.
Zijn gezin, zoals miljoenen anderen op de wereld, wordt hard en direct getroffen door de oorzaken en de gevolgen van de klimaatverandering. Ze zijn allemaal gedwongen om op vervuilde plekken te leven, die steeds veelvuldiger aan cyclonen, overstromingen en aardverschuivingen zijn overgeleverd. Om zich staande te houden, moeten ze gevaarlijke werkzaamheden op zich nemen zonder beschermd te zijn tegen ziekte, ongeval of de vroegtijdige slijtage van hun lichaam. Ze moeten zich tevreden stellen met goedkope, schadelijke voedingswaren die gefabriceerd worden met chemische synthese stoffen.
Ondanks dat alles, passen ze zich aan, peigeren ze zich af, bieden ze weerstand en houden het hoofd recht op. Ze bevinden zich altijd op het randje van overleven, met hun ogen gericht naar de horizon. Ze doen er alles aan om er voor te zorgen dat de toekomst van hun kinderen verschillend zal zijn van hun leven van vandaag. Hun ervaring, hun begrip van de werkelijkheid zoals ze die beleven, wordt maar zelden gedeeld. Die kennis zou onze ideeën kunnen verhelderen en onze beslissingen verbeteren om te komen tot een rechtvaardiger wereld, die draait op een economie, die de mens en de aarde respecteert.
We moeten naar hen luisteren! Want wat hen vandaag is overkomen, kan ons aller toekomstlot worden.
Op dit moment heeft Barclay ook te maken met het gevaar dat de wereld ontregelt: het Corona-virus. Hij hoefde niet lang te aarzelen. Hij wist waar hij heen moest om erover te praten: de Hof van ATD Vierde Wereld. Hij ontmoet er regelmatig andere jongeren. Deze jongeren organiseren culturele acties in achtergestelde wijken en dorpen en moeten iedere dag vechten voor hun broodwinning. Ze vinden er, evenals hij, de ruimte om te discussiëren en kennis en ervaring uit te wisselen.
Samen met de volontairs van ATD Vierde Wereld namen ze het besluit om niet met de armen over elkaar te blijven zitten. Het virus betekent een gevaar voor iedereen. En als zij de armste gemeenschappen niet informeren, zullen die niet weten hoe ze zich moeten beschermen. Daarom zijn ze er heen getrokken met informatiefolders, met mobiele “wasgelegenheden” en zeep.
Barclay zet nog steeds zijn ronden voort om huisvuil op te halen. Die rondritten duren langer, omdat hij de tijd neemt om de mensen op de hoogte te brengen van de basishygiëneregels tegen het virus. Op zijn karretje kan iedereen deze basisregels lezen en er illustraties van zien.
door Niek Tweehuijsen, april 2020.